Hij wist verstandelijk waar zijn faalangst vandaan kwam
Zijn lichaam daarentegen had die angst jarenlang vastgehouden. Pas via regressietherapie kon hij het eindelijk loslaten.
Altijd bang om te falen, ook als er niets te vrezen valt
Sommige mensen leven met een voortdurende spanning: de angst om fouten te maken. Ze willen het niet alleen goed doen, maar perfect. Maar wat voor anderen een gezonde drijfveer lijkt, voelt voor hen als een onzichtbare druk die nooit verdwijnt.
Zo kwam een hoogopgeleide man bij mij in therapie omdat hij steeds vastliep in nieuwe projecten. Hij stelde zaken uit, controleerde alles drie keer en sliep slecht in de aanloop naar belangrijke momenten.
Hoewel hij in zijn werk gewaardeerd werd, voelde hij diep vanbinnen voortdurend de angst om te falen.

“Ik hoorde nooit dat ik iets goed had gedaan”
Hij vertelde dat zijn ouders hem altijd aanspoorden om beter zijn best te doen. Een 8 was goed, maar waarom geen 9? Een gewonnen wedstrijd was leuk, maar “je had harder kunnen trainen.”
Hij wist rationeel allang dat zijn ouders nooit echt tevreden waren — hij kon erover praten, het analyseren en zelfs begrijpen dat zij het goed bedoelden. Maar dat inzicht bracht geen rust. De spanning bleef.
De sleutel tot herstel lag niet in begrijpen, maar in het onderbewuste
Het lichaam reageerde nog steeds op oude gevoelens van afwijzing. Die lichamelijke reactie kon hij niet met zijn verstand sturen, omdat de diepere oorzaak niet in zijn bewuste mind lag opgeslagen.
Alleen door het onderbewuste te bereiken kon hij loslaten wat hij al die jaren had vastgehouden.
Terug naar de bron – naar de pijn van toen
Tijdens onze eerste sessie vroeg ik hem zich een moment voor te stellen waarop hij die spanning het sterkst voelde.
“Tijdens een presentatie,” zei hij. “Nog vóór ik begin, voel ik het in mijn maag.”
Ik vroeg hem terug te gaan naar het allereerste moment waarop datzelfde gevoel was ontstaan.
Een jongetje van zes met een tekening
Plotseling zag hij zichzelf als een jongetje van zes, trots met een tekening in zijn hand. Zijn vader keek ernaar, zei niets en liep door.
“Hij zei niet dat het mooi was,” fluisterde hij. “Ik dacht dat ik iets verkeerd had gedaan.”
Zijn keel kneep dicht, zijn ogen vulden zich met tranen. In dat moment begreep hij dat zijn perfectionisme niet draaide om succes, maar om de stille hoop ooit goed genoeg te zijn — voor zijn vader, en later voor iedereen.
“Twee zessen? Wat is er gebeurd? Je kunt beter dan dit.”
Even later kwam een nog dieperliggende herinnering boven. Hij zag zichzelf als jongen van tien, met zijn rapport in zijn hand. “Ik had negenens gehaald voor rekenen en taal,” zei hij, “en ik kon niet wachten om het aan mijn moeder te laten zien.”
“Ze keek naar het rapport, fronste haar wenkbrauwen en zei: ‘Twee zessen? Wat is er gebeurd? Je kunt beter dan dit.’”
“Ik was zó trots… en in één seconde was dat gevoel weg,” zei hij. “Het stemmetje ‘je kunt beter, het is niet goed genoeg’ hoor ik nog steeds.”
Zijn schouders ontspande en een diepe zucht van opluchting
Tijdens de sessie kon hij, vanuit zijn volwassen bewustzijn, naar het jongetje in die scène kijken en zacht zeggen: “Je deed het geweldig. Je hoefde geen tienen te halen om trots te mogen zijn.”
De bevrijding na de sessie
Na de sessie vertelde hij dat de spanning in zijn maag verdwenen was. De week erna gaf hij zonder moeite een presentatie die hij normaal dagenlang zou hebben voorbereid.
“Het voelt anders,” zei hij. “Alsof ik mezelf niet meer hoef te bewijzen.”
Wat hem jarenlang gevangenhield in perfectionisme en angst, bleek geen karaktertrek, maar een oud kindergevoel van afwijzing — ontstaan op momenten waarop zijn trots niet werd gezien, maar gecorrigeerd.
Waarom die spanning letterlijk verdween
Wanneer zo’n oud gevoel opnieuw wordt beleefd, maar ditmaal vanuit volwassen bewustzijn, begrijpt het lichaam eindelijk dat het gevaar voorbij is.
Het zenuwstelsel hoeft niet langer in een waakstand te blijven, omdat het kind in hem — dat ooit afwijzing voelde — nu wél erkenning kreeg.
De spanning in zijn maag was geen stresssymptoom, maar een lichamelijke herinnering aan het verlangen om gezien te worden.
Door dat gevoel te doorvoelen en te helen, kon zijn lichaam eindelijk loslaten. En zodra het lichaam ontspant, ontstaat innerlijke rust.
De helende kracht van regressietherapie
Faalangst is zelden een teken van zwakte. Het is meestal een teken van een kind dat ooit heeft geleerd dat liefde en waardering verdiend moesten worden.
Regressietherapie helpt om die oude patronen te herkennen en los te laten. Door terug te keren naar het moment waar de angst ontstond, kan het lichaam ontspannen en kan het volwassen bewustzijn het kinderlijke gevoel vervangen door iets nieuws: veiligheid, zelfvertrouwen en rust.
Herken je dit bij jezelf?
Voel je regelmatig druk om het goed te doen, zelfs als niemand dat van je vraagt?
Heb je het gevoel dat fouten niet mogen?
Dan kan regressietherapie je helpen de oorsprong van die spanning te begrijpen én los te laten — zodat je niet langer leeft vanuit angst om te falen, maar vanuit vertrouwen in jezelf.
Als je meer blogs wil lezen over:
klachten & oplossingen – Praktijkverhalen en thema’s van cliënten.
inzichten & inspiratie – Artikelen over de verbinding tussen wetenschap en spiritualiteit.

Reserveer nu een sessie of stel een vraag
Om prettig en effectief te kunnen werken, is het belangrijk dat het tussen ons klikt. Daarom hebben we eerst een gratis kennismakingsgesprek (telefoon), zodat je kan ervaren of het goed voelt. Daarna beslis je of je een afspraak wilt inplannen.